Waarom glansmeten geen harde waarde kan geven
Hoe komt het dat er geen specifieke waarde voor een glansmeting kan worden gevraagd?
Een glansmeter meet de glans van de conservering van een object als een reflectiewaarde.
Wat wij als glans waarnemen onderscheid zich in vier paramaters; glans(contrast), haze (verstrooiing/ diffuus licht), distinctness of image (vervorming) en kleur. Dit betekent dat twee verschillend gekleurde onderdelen dezelfde glanswaarde kunnen bezitten, maar door ons als verschillend in glans gezien worden.
Voor het meten van de glans gebruiken we NEN-EN-ISO 2813. De norm beschrijft dat een driehoeksmeting uitgevoerd dient te worden onder de hoeken van 20°, 60° en 85°, aan de hand waarvan de opvolgende metingen worden uitgevoerd onder de ideale hoek.
Een voorbeeld van een glansgraad gegeven in een verfproductblad:
Glansgraad GU 60° volgens NEN-EN-ISO 2813 glans (70 - 85).
De afwijking van een glansmeting kan ruim 8 GU (Gloss Units) zijn.
Dit heeft te maken met de afwijking per type glansmeter (1,4 GU), de kalibratie, de meetonzekerheid en de textuur van het te meten conserveringsoppervlak.
Houd hier rekening mee.
Rapporteer o.a. het type glansmeter, de hoek waaronder is gemeten (bij voorkeur 20°, 60° en 85°) en indien mogelijk de spreiding van de verschillende waarden in een Gauss-kromme.
Deze blog is tot stand gekomen in samenwerking met Nico Frankhuizen van Industrial Physics.
Succes.